Er zijn dus goede en slechte bacteriën. Onschuldige bacteriën en bacteriën die je ziek kunnen maken. Snap jij hoe het zit met al die bacteriën? Vul bij de stellingen hieronder in of ze waar of niet waar zijn.
1. Van bacteriën op je huid kun je ziek worden.
waar
niet waar
niet waar
Goede bacteriën beschermen je huid juist. Je kunt alleen ziek worden als ze je lichaam binnengaan, via een wondje. Een intacte (hele) huid zorgt ervoor dat slechte bacteriën niet binnen kunnen dringen.
2. Vieze handen zijn goed voor je weerstand.
waar
niet waar
niet waar
Omdat je op veel plekken komt en veel dingen aanraakt, is de kans groot dat je handen, naast goede bacteriën, ook vol slechte bacteriën zitten. En die zijn helemáál niet goed voor je weerstand. Handen regelmatig wassen dus!
3. Een bacteriële infectie kun je bestrijden met antibiotica.
waar
niet waar
waar
Je witte bloedlichamen bestrijden bacteriën die je ziek maken, maar antibiotica kunnen daarbij helpen, als de witte bloedlichamen niet sterk genoeg zijn.
4. Koorts betekent dat je een virus hebt (en dus niet ziek bent van een bacterie).
waar
niet waar
niet waar
Soms is het niet helemaal duidelijk of je ziek bent geworden van een virus of een bacterie. Je kunt bijvoorbeeld keelpijn hebben door een bacteriële of een virale (virus) infectie. Ook koorts kan van allebei de ziekmakers komen.
5. Op en in je lichaam zitten meer dan een miljard bacteriën (1.000.000.000 dus.)
waar
niet waar
waar
Het zijn er zelfs 38 duizend miljard (38 biljoen). Dat zijn dus nog drie nullen (en een 38) erbij… Gelukkig is het overgrootste deel van die bacteriën hartstikke behulpzaam.