Les:
Corona

Opdracht 5. Wat kun jij doen?

Handen wassen, netjes niezen en afstand houden. Dat helpt het virus minder snel te verspreiden. Maar waarom eigenlijk? Beantwoord de vragen.

Vraag 1

Goed je handen wassen.
Dat betekent:

a. Minstens 10 seconden, met water en zeep

b. Minstens 20 seconden, met water en zeep

c. Minstens 30 seconden, met water en zeep

Goed!

Als je minstens 20 seconden je handen wast, weet je zeker dat je alle virussen gedood hebt. Met water en zeep maak je het kleine vetlaagje van de virussen kapot, waardoor ze doodgaan. Daar heb je geen speciaal desinfectiemiddel voor nodig.

Vraag 2

Niezen en hoesten doe je in je elleboog. Waarom?

a. Omdat je dan geen zakdoekje nodig hebt voor je snot.

b. Omdat het virus dan niet aan je handen komt en je minder snel iemand besmet.

c. Omdat je elleboog snot en speeksel beter tegenhoudt dan je hand (zodat het niet zo ver door de lucht vliegt).

Goed!

Je raakt minder dingen aan met je elleboog dan met je handen. Zo wordt de kans dat je iemand besmet kleiner.

Vraag 3

Kussen als je niet snotterig of kucherig bent. Dat kan toch wel?

a. Als je niet ziek bent is dat geen probleem.

b. Op de wang wel, dat is veilig. Er komt dan geen snot of speeksel in iemands mond terecht.

c. Nee. Het virus verspreidt zich ook door speeksel. En omdat je nooit zeker weet of iemand het virus heeft, kun je beter voor een handkus gaan. Op minimaal 2 meter afstand.

Goed!

Gewoon niet doen. Of je nu klachten hebt op niet. En nee: ook niet op de wang: als iemand met zijn hand aan zijn gezicht komt en daar jouw speeksel aanraakt, kun je elkaar alsnog besmetten.