Hygiëne helpt!

1 Bij jongens en meisjes gaan de zweetklieren onder de oksels werken. Je gaat dus meer zweten.

waar

niet waar

2 Je zweet krijgt een andere, sterkere geur.

waar

niet waar

3 Hier gaat haar groeien

waar

niet waar

1 Hier gaat haar groeien

waar

niet waar

2 Er kan wit slijm uit je vagina komen. Dat heet afscheiding.

waar

niet waar

3 Hier ga je meer zweten

waar

niet waar

1 Elke vier weken verplaatst een eitje zich naar je baarmoeder. Als dat niet bevrucht wordt, word je ongesteld.

waar

niet waar

2 In de puberteit krijgen meisjes een ‘baarmoeder’ zodat ze zwanger kunnen worden.

waar

niet waar

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

waar

niet waar

2 Hier krijg je extra zweetklieren

waar

niet waar

1 Je krijgt borsten. Die blijven groeien tot je ongeveer 20 bent.

waar

niet waar

2 De borst aan de kant van je schrijfhand groeit vaak langzamer.

waar

niet waar

3 Je krijgt waarschijnlijk even grote borsten als je moeder.

waar

niet waar

1 Je heupen worden breder

waar

niet waar

1 Hier gaat haar groeien

waar

niet waar

2 Je kunt een zaadlozing krijgen.

waar

niet waar

1 De baard in de keel krijgen betekent dat je baardgroei krijgt.

waar

niet waar

2 Je stem wordt precies drie octaven lager.

waar

niet waar

1 In de puberteit veranderen bij jongens en meisjes ook de hersenen, waardoor je dingen anders gaat bekijken dan vroeger.

waar

niet waar

2 Hormonen zorgen ervoor dat je emoties heel erg wisselen: het ene moment ben je heel vrolijk en blij, het volgende heel boos of verdrietig.

waar

niet waar

1 Als je je gezicht niet goed wast, krijg je puistjes.

waar

niet waar

1 Je haar wordt vetter door hormonen. Dat geldt voor jongens en voor meisjes.

waar

niet waar

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

waar

niet waar

2 Hier krijg je extra zweetklieren.

waar

niet waar

Les:
Lekker in je lijf

Je lijf verandert

Opdracht

1 Bij jongens en meisjes gaan de zweetklieren onder de oksels werken. Je gaat dus meer zweten.

2 Je zweet krijgt een andere, sterkere geur.

3 Hier gaat haar groeien

1 Hier gaat haar groeien

2 Er kan wit slijm uit je vagina komen. Dat heet afscheiding.

3 Hier ga je meer zweten

1 Elke vier weken verplaatst een eitje zich naar je baarmoeder. Als dat niet bevrucht wordt, word je ongesteld.

2 In de puberteit krijgen meisjes een ‘baarmoeder’ zodat ze zwanger kunnen worden.

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

2 Hier krijg je extra zweetklieren

1 Je krijgt borsten. Die blijven groeien tot je ongeveer 20 bent.

2 De borst aan de kant van je schrijfhand groeit vaak langzamer.

3 Je krijgt waarschijnlijk even grote borsten als je moeder.

1 Je heupen worden breder

1 Hier gaat haar groeien

2 Je kunt een zaadlozing krijgen.

1 De baard in de keel krijgen betekent dat je baardgroei krijgt.

2 Je stem wordt precies drie octaven lager.

1 In de puberteit veranderen bij jongens en meisjes ook de hersenen, waardoor je dingen anders gaat bekijken dan vroeger.

2 Hormonen zorgen ervoor dat je emoties heel erg wisselen: het ene moment ben je heel vrolijk en blij, het volgende heel boos of verdrietig.

1 Als je je gezicht niet goed wast, krijg je puistjes.

1 Je haar wordt vetter door hormonen. Dat geldt voor jongens en voor meisjes.

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

2 Hier krijg je extra zweetklieren.

Les:Lekker in je lijf

Je lijf verandert

Opdracht

1 Bij jongens en meisjes gaan de zweetklieren onder de oksels werken. Je gaat dus meer zweten.

2 Je zweet krijgt een andere, sterkere geur.

3 Hier gaat haar groeien

1 Hier gaat haar groeien

2 Er kan wit slijm uit je vagina komen. Dat heet afscheiding.

3 Hier ga je meer zweten

1 Elke vier weken verplaatst een eitje zich naar je baarmoeder. Als dat niet bevrucht wordt, word je ongesteld.

2 In de puberteit krijgen meisjes een ‘baarmoeder’ zodat ze zwanger kunnen worden.

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

2 Hier krijg je extra zweetklieren

1 Je krijgt borsten. Die blijven groeien tot je ongeveer 20 bent.

2 De borst aan de kant van je schrijfhand groeit vaak langzamer.

3 Je krijgt waarschijnlijk even grote borsten als je moeder.

1 Je heupen worden breder

1 Hier gaat haar groeien

2 Je kunt een zaadlozing krijgen.

1 De baard in de keel krijgen betekent dat je baardgroei krijgt.

2 Je stem wordt precies drie octaven lager.

1 In de puberteit veranderen bij jongens en meisjes ook de hersenen, waardoor je dingen anders gaat bekijken dan vroeger.

2 Hormonen zorgen ervoor dat je emoties heel erg wisselen: het ene moment ben je heel vrolijk en blij, het volgende heel boos of verdrietig.

1 Als je je gezicht niet goed wast, krijg je puistjes.

1 Je haar wordt vetter door hormonen. Dat geldt voor jongens en voor meisjes.

1 De groeispurt in je puberteit begint meestal bij je voeten.

2 Hier krijg je extra zweetklieren.

Les:
Lekker in je lijf